Mijn weg naar de psychiatrie
In de psychiatrie kwam ik niet zomaar terecht. Het was voor mij een proces van lang nadenken, veel getwijfel en dikke tranen.
Reeds drie jaar liep ik van de éne dokter naar de andere en onderging ik talloze onderzoeken. Ik hoopte een oplossing te vinden voor mijn aanhoudende vermoeidheid en pijnen. Uit elk onderzoek kwam wel “iets” aan het licht. Zo had ik bijvoorbeeld meer dan een jaar (en misschien nu nog?) een mycoplasma-infectie. Om de paar maanden liet ik een bloedonderzoek uitvoeren waaruit bleek dat ik nog steeds geteisterd werd door de mycoplasma. De waarden ging over een heel jaar op en af. Op een bepaald moment leek ik het zo goed als overwonnen te hebben, maar een paar maanden later was de mycoplasma weer helemaal terug. Sindsdien heb ik mijn bloed niet meer laten checken op mycoplasma.
Ik ging wel verder onderzoeken, maar op andere medische terreinen. Zo kwam ik terecht bij een allergoloog / immuniteitsarts. Via deze onderzoeken kwam aan het licht dat mijn longen niet naar behoren functioneren. De verminderde longfunctie was meteen een verklaring voor mijn aanhoudende vermoeidheid en spierpijnen. Volgens de arts werd deze verminderde longfunctie veroorzaakt door blootstelling aan zwarte huisschimmel (aspergillius). Volgens haar was de oplossing een grondige renovatie van onze woonst en tijdelijk symptoombestrijding met cortisone. Vorige zomer (2016) hebben wij alles in het werk gesteld ons huisje zo gezond mogelijk te maken. Een maand lang heeft een firma hier het huis doen daveren en met een stofwolk omhuld, met als resultaat dat onze woonst geen vochtproblemen meer heeft. Helaas bleef de gehoopte beterschap uit.
Een adviserend geneesheer van de ziektekas vermoedde het posttraumatisch stress syndroom (PTSS), anderen in mijn omgeving zoals vrienden of familie dachten aan een depressie,… Voor mij voelde dat helemaal niet zo. Ik ervoer deze suggesties in eerste instantie ook als een belediging. Hadden ze wel naar mijn verhaal ten volle geluisterd? Ja, ik heb een traumatische jeugd achter de rug maar daar heb ik in het verleden al hard aan gewerkt. En nee, ik ben niet depressief. Ik heb nog heel veel goesting in het leven en geniet er ondanks mijn beperkingen heel erg van. En ja, soms word ik overmand door sombere gedachtestromen als ik word teruggefloten door vermoeidheid en pijn. Wie zou hier niet eens ontmoedigd van geraken?
In december 2016, na een confronterend consult bij de adviserend geneesheer, knapte er iets in mij. Post traumatisch stress syndroom… Serieus?! Na alle therapieën die ik al heb doorlopen? Hebben al die psychologen en therapeuten mij dan niet essentieel vooruit kunnen helpen? Heb ik dan toch niet zo goed gewerkt aan mezelf dan ik zelf dacht? Na alle medische onderzoeken van de voorbije jaren werd ik in mijn ogen zoals in het Monopoly-spel terug naar “start” gestuurd. Ik was het er niet mee eens, maar ik had zelf ook geen alternatief.
Ik heb me vervolgens laten opnemen in de psychiatrie te Duffel. Ik kwam terecht in “De Fase 3”. Dit is een afdeling die zich toespitst op psychologische testen, observatie en diagnose. Bijna twee maanden hebben ze mij daar geobserveerd. Ook ’s nachts kwamen ze drie keer kijken in de kamer. Een heleboel psychologische testen heb ik afgelegd en dagelijks ging ik naar zoveel mogelijk therapieën. Op het einde van de rit in De Fase 3 werd ik mentaal gezond verklaard: geen PTSS, geen borderline, niet bipolair en al helemaal niet depressief. Volgens hen heb ik het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) en fibromyalgie.
Ze verwezen me door naar de CVS-kliniek. Over twee weken start ik bij het universitair ziekenhuis van Antwerpen (UZA) een jaartraject voor CVS’ers. Het programma belooft beterschap, geen genezing.
Dat laatste is moeilijk te accepteren. Ondertussen zie ik het leven van de andere mensen in mijn omgeving gewoon doorgaan. Ik zie hen dromen realiseren die ikzelf ook koester. Dat doet pijn. Het schuurt tegen mijn gemis en de onzekerheid over mijn toekomst. Ondanks het verdriet, slaag ik er meestal wel in om intens te genieten en het mooie te blijven zien.
Ik ben bijvoorbeeld dankzij mijn opname een aantal zware en mooie ervaringen rijker. Ik leefde gedurende twee maanden samen met 10 andere patiënten die net als ik hun opname als een laatste redmiddel zagen. Sommigen gingen tijdens hun opname door hun meest donkere periode en ik ben hier getuige van mogen zijn. Zij hebben mij ook zien ploeteren en ik heb van hen veel steun mogen ervaren, en bovenal: veel begrip voor mijn situatie.
De Fase 3 was een zware periode maar vooral ook één vol plezier en magie. Ik at fairy cupcakes en liet glitterscheten. ’s Nachts reed ik op een unicorn over regenbogen. We hielden eenden als huisdier tot we hun 30-centimer-lange penis ontdekten. Plots doken er dubbelgangers van ons op die aan onze deur de wacht hielden en de nachtverpleegkundigen de stuipen op het lijf joegen.
Voor mij was het ook periode van het ontdekken van nieuwe horizonten en nieuwe grenzen. Ik had genoeg van mijn onzekere “ik”, van mijn eindeloze drang het voor iedereen goed te willen doen en toch maar niemand tegen de borst te stoten. Ik liet me horen! Ik durfde door te drammen. Ik durfde mijn ongenoegen uit te spreken tegenover de dokters en therapeuten. Ik sprak nog openhartiger dan anders over mijn gevoelens en emoties, en raakte er ook van overtuigd dat het heel knap is deze te delen. Nu nog steeds pluk ik de vruchten van deze periode van assertiveit en soms zelfs rebellie. Ik heb de waarde van zelfzorg leren (her)waarderen en ik weet wat voor een groot cadeau ik mezelf geef telkens ik weer mijn grenzen stel en opkom voor wat ik belangrijk vind.
Het lef om voor mezelf op te komen zal ik in de toekomst nog goed kunnen gebruiken. Het programma in de CVS-kliniek is er gelukkig ook op gericht de grenzen van het lichaam beter te leren aanvoelen en deze ook te leren accepteren en vooral te respecteren. Ik ben heel benieuwd naar het programma en kan niet wachten eraan te beginnen!